In mei legt ieder vogel een ei … en dat kan een duur ei worden.
Vanaf 1 mei 2017 worden de tarieven voor de onmiddellijke inningen voor verkeersinbreuken immers 5 procent duurder.
Een onmiddellijke inning is een boete, voorgesteld door de politie, naar aanleiding van een door hen vastgestelde verkeersinbreuk. De zaak is definitief afgehandeld (krijgt dus geen verder gevolg voor de Politierechtbank) als je de voorgestelde boete betaalt, met vermelding van de correcte gestructureerde mededeling.
Een tabelletje van de gehanteerde tarieven vanaf 1 mei 2017, vind je hier.
Maar wat is het verschil dan met een minnelijke schikking ?
Een minnelijke schikking is eveneens een boete, naar aanleiding van een verkeersinbreuk, maar dan voorgesteld door het Parket.
Het Parket kan in 2 gevallen een minnelijke schikking voorstellen:
- Indien de hoger vermelde onmiddellijke inning niet werd betaald. Het bedrag dat het Parket zal voorstellen zal wel 10% hoger zijn dan het bedrag van de voorgestelde minnelijke inning;
- In de gevallen waarin de Politie geen onmiddellijke inning kan voorstellen;
Ook hier is de zaak definitief afgehandeld na betaling van het voorgesteld bedrag, met vermelding van de correcte gestructureerde mededeling.
Indien de minnelijke schikking niet werd betaald, zal het Parket dagvaarden voor de Politierechtbank.
Even ter herinnering: ook de boetes, die voor inbreuken begaan vanaf 1 januari 2017 en die worden opgelegd door de Politierechtbank zijn duurder geworden, aangezien de opdeciemen, die steeds moeten worden toegepast op de strafrechtelijke veroordelingen, verhoogd zijn van 6 naar 8.
Wie dus bijvoorbeeld door de Politierechter wordt veroordeeld tot een geldboete van 110 euro, zal in werkelijkheid 880 euro (110 x 8) moeten betalen.
Toch gedagvaard voor de Politierechtbank en u wil zich laten bijstaan door een raadsman ? Aarzel dan niet om mij te contacteren !